TROMP, J.,
Het leven van Adam en Eva. Een joods-christelijke vertelling over het menselijk bestaan. Vertaald en ingeleid.
TenHave, Baarn, 2002. 107p. Paperback. 'Generaties christenen zijn, vaak zonder zich dat te realiseren, niet alleen opgegroeid met verhalen uit de Bijbel maar ook met apocriefe vertelstof daaromheen. In het evangelische geboorteverhaal bijvoorbeeld maken naamloze wijzen uit het Oosten hun opwachting in Bethlehem. Toch weet menigeen dat het hier gaat om de drie koningen Balthasar, Caspar en Melchior. Een duidelijk staaltje van apocriefe overlevering, meestal mondeling via preken of zondagschoolverhalen. Die apocriefe verhalentraditie blijkt krachtig en wijdverbreid. Zo kon het gebeuren dat passages uit Miltons Paradise Lost (1667) en Vondels tragedies Lucifer (1654) en Adam in ballingschap (1664) grote overeenkomsten vertoonden, zonder dat zij elkaars werk kenden. Kennelijk hebben zij, zo veronderstelt de Leidse historicus dr. Johannes Tromp, geput uit dezelfde apocriefe bron. Hoe rijk die bron is aan vertellingen over het immer aansprekende verhaal van paradijs en zondeval, laat hij zien in zijn boekje over het apocriefe geschrift Het leven van Adam en Eva. Net als de bijbelse verhalen kennen ook de apocriefe vertellingen een lange geschiedenis van handmatig kopiëren, waardoor er in de loop der tijd nogal wat veranderde aan de teksten, met opzet of niet. Tromp maakt het inzichtelijk aan de hand van een Griekse en een Latijnse vertaling van Het leven van Adam en Eva, aangevuld met voorbeelden uit andere taalgebieden. Hij laat zien dat, afhankelijk van de tijd en de streek in het verhaal van Adam en Eva andere elementen de nadruk krijgen, er vertelstof wordt toegevoegd, ingekort of weggelaten. Juist het verhaal over de eerste mensen en hun zondeval, legt Tromp uit, hebben mensen steeds weer aangegrepen om de vragen van hun tijd aan de orde te stellen en te verhelderen. Genesis 3 zelf behandelt weinig van die vragen en daarbij behorende antwoorden, maar de mondelinge traditie vult de lacunes royaal op. Tromp gaat ervan uit dat Het leven van Adam en Eva tussen 200 en 300 na Chr. voor het eerst is opgetekend. Daarna is het meer dan duizend jaar lang gekopieerd. Dat de geschiedenis buitengewoon populair moet zijn geweest, leidt hij af uit de vele handschriften die er nog van zijn: 28 Griekse, 106 Latijnse en talrijke vertalingen uit de late Middeleeuwen.' (COKKY VAN LIMPT in Trouw 13.12.02).
€ 7.00
(Antiquarian)