VERHOEVEN, A.T.M.,
Eponiemen en geschiedenis van de stuitgeboorte. Opkomst en verlies van vvardigheden.
DCHG medische communicatie, Haarlem, 2010. 177p. ills.(B&W photographs and line drawings). Nice copy. 'Dit is een fris gepresenteerd, onderhoudend en vooral instructief boekje. Het interessante van het concept is dat de auteur, na een uitgebreid hoofdstuk over de historiek en de problematiek van de stuitbevalling, methodisch de vele eponiemische handgrepen toe- licht die daarbij toegepast kunnen worden, maar dan wel zo dat de handgreep niet alleen als historisch eponiem wordt geduid, maar ook praktisch instructief beschreven wordt. Deze bijzondere didactische aanpak laat de auteur ook toe om veel misvattingen en onjuiste interpretaties van de handgrepen die gaandeweg in de literatuur zijn binnengeslopen te corrigeren. Het laat ook toe te reflecteren hoe medische vaardigheden en kennis niet zonder meer verworven blijven, maar ook weer kunnen teloorgaan. Voor de stuitverlossing is dat probleem wel heel pertinent. Sinds de „Term Breech Trial” (de „Hannah-studie”) uit 2000 lijkt de balans geheel doorgeslagen naar de veralgemeende toepassing van de keizer- snede, zodat de gelegenheid om praktische ervaring met de stuit- verlossing te verwerven en te onderhouden minimaal wordt. Toch zijn veel situaties denkbaar, zoals vroeggeboorte, tweede leden van tweelingen, opnames bij volledige ontsluiting, enz., waar men nog geconfronteerd wordt met de noodzaak om een stuitbevalling vagi- naal te beëindigen. Naast onontbeerlijke fantoomoefeningen kan dit werkje van collega Verhoeven uitermate nuttig zijn voor elke arts om in deze gevallen te kunnen overgaan tot een beredeneerde en methodische aanpak. Afgezien daarvan is de historische achter- grondinformatie overigens op zichzelf boeiend genoeg om dit boekje tot een aan te bevelen aanschaf te maken.' (P. DEFOOR). From the library of Prof. Dr. H.F.J. Horstmanshoff.
€ 25.00
(Antiquarian)