GUÉPIN, J.P.,
Typisch Nederlands. De Latijnse Poëzie.
Styx Publications, Groningen, 1993. 95p. Paperback. Cover with a few small stains. Signature on free endpaper. Er is geen ontkomen aan, aan dat Latijn, vóór 1800 of zelfs vóór 1900. De culturele elite was ervan doordrenkt, ook als men in de volkstaal publiceerde. De poëzie in het Latijn was dominant van 1500 tot 1650, en in Nederland in academische kringen tot 1750, ja zelfs 1850. Dat komt omdat vooral bij ons aan de universiteiten de Latijnse of Griekse filologie beoefend werd door dichters. J.P. Guépin laat zien dat deze academische dichters bewust een humanistische traditie voortzetten, die in Italië omstreeks 1450 begonnen was ein in de Nederlanden in de vroege zestiende eeuw, met Erasmus en Janus Secundus. Het werd onder invloed van de laatste haast een gewoonte om als student met een bundel liefeselegieën te debuteren. Deze dichterlijke Erasmiaanse humanisten zagen de tachtigjarige oorlog als een bevrijding van de tiran Filips II. Vandaar dat ze in de achttiende eeuw patriot werden; daarna werden ze vrijzinnig liberaal. Dat is typisch Nederlands. Deze tweetalige bloemlezing bevat gedichten uit een periode van 315 jaar, van 1534 tot 1849. Deze latijnse poëzie kent nauwelijks ontwikkeling, want het boorbeeld blijft de volmaakte antieke poëzie. (Publisher's information). Contents: Inleiding; Grudius,1504-1570; Daniël Heinsius,1580-1655; J. van Broekhuizen, 1649-1707; Adriaan Reland, 1676-1718; Hendrik Waardenburg, 1760-1812; Rik van Ommeren, 1758-1796; David van Lennep, 1774-1850.
€ 8.00
(Antiquarian)