Browse our books below. You can also search for books.
DEBUS, Fr., Namen in literarischen Werken. (Er-)Findung - Form - Funktion. Akademie der Wissenschaften und der Literatur, Mainz / Franz Steiner Verlag, Stuttgart, 2002. 152p. Sewn. Series: Abhandlungen der Geistes- und sozialwissenschaftlichen Klasse, Jahrgang 2002, Nr. 2. ‘Een inleiding tot de literaire onomastiek - zo zou men het boek van Friedhelm Debus kunnen noemen. Deze woorden omschrijven echter maar een van de mogelijke functies van dit inspirerende werk. (…) De auteur begint met een inleiding waarin hij de naam ‘als konstitutives Element der Lebenswelt’ behandelt en uitlegt op welke wijze namen in literaire werken tot nu toe zijn bestudeerd (p. 9-13). In het tweede hoofdstuk beschrijft hij de verhouding tussen namen in de werkelijkheid en die in de literatuur. Kern van zijn betoog is dat namen betrekking hebben op ‘real und fiktiv unterscheidbare Konkreta’. (…) In het lange derde hoofdstuk (p. 33-98) gaat Debus na wat de belangrijkste typen van literaire namen zijn en welke functies zij kunnen hebben. Hierbij bouwt hij voort op het werk van eerdere onderzoekers, steeds nauwkeurig aangevend waar hij afwijkt van zijn voorgangers of nieuwe gezichtspunten voorstelt. (…) Dan gaat hij in op het onderscheid tussen namen die verwijzen naar fictieve personen en plaatsen in een literair werk tegenover namen die verwijzen naar werkelijk bestaande personen en plaatsen. In het verleden werden de laatste vaak buiten beschouwing gelaten in literair-onomastisch onderzoek, maar heden ten dage is het een basisregel dat alle namen in een tekst bij de analyse betrokken worden (p. 41, 43). Want hoe worden namen uit de werkelijkheid gebruikt in literaire teksten, ofwel hoe worden de personen of zaken die zij aanduiden (onder andere) via hun naam gefictionaliseerd? Dat leidt tot een korte uiteenzetting over de analysemethoden die de literair-naamkundige ter beschikking staan: het kijken naar lezersreacties, het analyseren van de tekst zelf, maar ook het ondervragen van de auteurs (p. 40-44). In dit boek draait het vooral om het laatste (…). Debus beperkt zijn beschrijving van een typologie van literaire namen tot de vier belangrijkste: 'redende Namen' (sprekende namen, dus namen met een doorzichtige betekenis, die iets lijkt te zeggen over het karakter of over een eigenschap van het personage of de plaats met die naam; p. 58-64), 'klassifizierende Namen' (namen die vanuit kennis over naamgevingsconventies geassocieerd kunnen worden met bepaalde nationale, sociale of religieuze groeperingen, p. 64-66), 'klangsymbolische Namen' (waarin met de klanken van de naam gespeeld wordt om bepaalde associaties op te roepen, p. 67-70; een van de voorbeelden die Debus geeft is de naam Adolar Krola, een zanger in Fontanes Frau Jenny Treibel) en 'verkörperte Namen' (namen uit de werkelijkheid die (inclusief hun dragers) binnen de fictieve wereld van de tekst worden gebruikt, p. 70-73). (…) Het hoofddeel van het boek wordt afgesloten met de opmerking dat deze vrij nieuwe naamkundige discipline in de toekomst nog bewuster op zoek dient te gaan naar met name de ‘allgemein gültige[n] Merkmale, sozusagen Universalia des literarischen Namens’. Zowel theoretisch als methodisch verwacht Debus dat dit onderzoek een brug zal slaan tussen de taal- en de literatuurwetenschap.’ (KARINA VAN DALEN-OSKAM in Naamkunde, Jaargang 35, pp.233-38). From the library of the late Professor Doktor Nikolaus Himmelmann. € 22.50 (Antiquarian) ISBN: 9783515081818